Toen de buren van meneer en mevrouw Pens de volgende ochtend wakker werden en overal kippen zagen rondscharrelen, gingen ze Peter gauw vertellen dat zijn vogels ontsnapt waren. Je kunt je wel voorstellen hoe ontzet ze waren toen ze de reusachtige pootafdrukken zagen, het bloed en de veren en de versplinterde achterdeur, maar er geen spoor te bekennen was van Peter of zijn vrouw.
Binnen het uur had zich een enorme menigte verzameld bij Peters verlaten huis. Iedereen bekeek de enorme pootafdrukken, de vernielde deur en het gehavende meubilair. Algauw ontstond er paniek en binnen een paar uur verspreidde het nieuws dat de Ickabog het huis van een slager uit Sudderveen was binnengedrongen zich in alle windrichtingen. Stadsomroepers luidden hun bel op marktpleinen door het hele land en een paar dagen later zouden alleen de Zomphoekers nog niet weten dat de Ickabog ’s nachts stiekem naar het zuiden was geslopen en twee mensen had meegesleurd.
De spion van baron ter Sluycks in Sudderveen, die zich vanaf het begin onder de nieuwsgierigen had gemengd om hun reacties te kunnen peilen, stuurde bericht aan zijn werkgever dat zijn plannetje een doorslaand succes was. Maar vroeg in de avond, net toen de spion overwoog om het verder maar voor gezien te houden en een geslaagde dag te gaan vieren met een worstenbroodje en een pint bier, zag hij een groepje mannen tegen elkaar fluisteren terwijl ze de reusachtige pootafdrukken van de Ickabog bestudeerden. De spion sloop naar het groepje toe.
‘Angstaanjagend, hè?’ zei de spion. ‘Moet je zien wat een poten! En kijk ’ns hoe lang die klauwen zijn!’
Een van Peters buren kwam fronsend overeind.
‘Dat beest hinkelt,’ zei hij.
‘Pardon?’ zei de spion.
‘Het hinkelt,’ herhaalde de buurman. ‘Kijk maar. Het is steeds dezelfde linkerpoot. Dus óf de Ickabog hinkelt, óf...’
De man maakte zijn zin niet af, maar de spion schrok van de uitdrukking op zijn gezicht. In plaats van feest te gaan vieren in de herberg, besteeg hij zijn paard weer en vertrok in galop richting Soesdijk.